Vorige week heeft Donny verteld over the Internet of Things en de mogelijkheden daarvan. Denk bijvoorbeeld aan een koffiezetapparaat welke aangaat zodra de wekker afgaat, een kattenluik dat je vertelt of de kat te lang van huis is, maar ook regensensoren die je waarschuwen dat het raam boven nog open staat. Dit soort sensoren zul je steeds meer gaan zien en het zullen er heel veel zijn. Ook in jouw huis of kantoor zal dit zorgen voor meer gemak, veiligheid en productiviteit. Helaas zijn de meeste (draadloze) netwerken daar nog helemaal niet klaar voor. Donny vertelt deze week hoe jij jouw netwerk klaar kunt maken voor de toekomst in 5 stappen.
1. Zorg voor voldoende “Airtime”
Als je te maken hebt met WiFi is Airtime cruciaal. Wat bedoel ik daarmee? Vergelijk het met een bar met klanten en 1 barman. Deze barman kan maar met 1 klant tegelijk bezig zijn. Hoe meer mensen er aan de bar staan te praten, hoe lastiger het voor deze barman wordt om ze allemaal te serveren. Bij WiFi is dat net zo. Een WiFi punt (access point) kan maar met 1 apparaat (iPhone, Mac of televisie) tegelijk praten. WiFi gebruikt lucht als medium en de tijd in de lucht is kostbaar. Hoe korter apparaten dus de lucht bezet houden, hoe beter. Om dit te optimaliseren worden er steeds snellere protocollen bedacht. Dit wordt naar mate er meer gebruikers op het netwerk komen dus steeds belangrijker. Apple apparatuur gebruikt bij elke update de nieuwste technieken, waardoor ze zorgen voor minder druk op het netwerk en dus een beter Airtime.
2. Kies voor slimme access-points
Een veel voorkomende oorzaak van problemen zijn externe storingen. Men verwacht het meestal niet, maar een magnetron is 10.000 keer zo sterk als een WiFi punt. Een WiFi signaal is eigenlijk helemaal niet zo sterk als mensen denken. Ook niet als je 6 antennes hebt. De Europese wetgeving stelt regels aan het zenden van draadloze signalen. Als de fabrikant zich hier niet aan houdt krijgt hij geen goedkeuring voor het apparaat en mag het niet worden verkocht. Een apparaat met veel antennes zendt dus niet per definitie harder. Je kunt beter opzoek gaan naar een access-point die slim omgaat met de nieuwste technieken. Er zijn technieken op de markt die, door meerdere antennes te bundelen, de data de juiste richting op kunnen sturen (beamforming-antennesysteem). Onder andere de Apple AirPort Extreme maakt hier slim gebruik van.

Het bereik van een Airport Extreme met hun slimme “beamforming-antennesysteem”. Afbeelding: www.apple.com
3. Maak een plan voor je netwerk
Wat nóg belangrijker is dan goede apparatuur met de nieuwste technieken, is om een goed plan te maken voor de plaatsing van deze WiFi punten. Let op dat je altijd rekening houdt met de ‘Airtime’ (zie stap 1). Zorg er dus voor dat de WiFi punten niet te dichtbij staan, zodat ze elkaar niet teveel storen. Staan ze te ver weg van je apparaten dan hebben ze geen goede ontvangst en wordt de Airtime weer groter. Een goed werkend draadloos netwerk heeft dus de nodige planning nodig. Waar je vroeger wegkwam met een enkel WiFi punt in de meterkast is het nu aan te raden om in elke ruimte juist een kleiner WiFi punt te maken.
4. Trek kabels (ja, je zult eraan moeten geloven)
Om de grotere druk op je netwerk ook in de toekomst aan te kunnen is het zaak om nu al rekening te houden met netwerkbekabeling. Ga je bijvoorbeeld verbouwen, dan kun je nu (met relatief weinig moeite en kosten) alvast netwerkkabels aanleggen. De kosten kunnen hoog oplopen als je dit later nog moet doen. Draadloos het bereik vergroten van het netwerk is altijd nadelig voor de Airtime. Dit resulteert vaak in een nog drukker en dus slechter netwerk dan voorheen. Zorg dus dat je extra WiFi punten altijd met een kabel aan het netwerk verbindt.
5. Staar je niet blind op de cijfers op de verpakking
Soms staat er op de verpakking van een WiFi punt dat deze snelheden haalt van 800 mBit tot wel 1300 mBit per seconde. Dit klinkt snel, maar deze waarden zijn niet heel realistisch en alleen in een laboratorium-situatie haalbaar. Dit is in de praktijk dus altijd lager. Bij het toevoegen van een 2e apparaat halveert de snelheid vaak al. In de praktijk zal je met 10 apparaten maar 80 mBit per apparaat overhouden, een sneller internet abonnement nemen heeft dus vaak geen zin. Het is de WiFi waar het op misgaat.